top of page
  • Writer's pictureSanne Witkamp

Liminaliteit

Liminaliteit is een term die uit de antropologie komt. Het beschrijft de fase van transitie, of overgang. Het 'oude' is verlaten, het 'nieuwe' nog niet gevormd. Het is 'het ondertussen'.

Bij elke (grote) verandering van rollen, situaties, systemen en organisaties is deze tussenfase aanwezig. En deze blijkt waardevol en leerzaam - mits je er voldoende ruimte, tijd en aandacht aan geeft. Bij veranderingen en transformaties binnen bedrijven en organisaties wordt deze fase vaak vergeten - of het liefst overgeslagen. Zo werkt het alleen niet bij cultuur en tussen mensen. Bovendien is het een ultieme kans voor groei en doorleefde verandering - mits je de fase goed benut en begrijpt wat er eigenlijk gebeurt in 'het ondertussen'.



Arnold van Gennep, die de term liminaliteit bedacht, publiceerde in 1909 zijn Rites de Passage, een werk dat het concept van liminaliteit onderzoekt en ontwikkelt binnen de context van rituelen in kleinschalige samenlevingen. Van Gennep begon zijn boek met het onderscheiden van de verschillende categorieën rituelen. Hij maakte onderscheid tussen rituelen die resulteren in een verandering van status voor een individu of sociale groep en rituelen die overgangen in de loop van de tijd betekenen. Daarbij legde hij een bijzondere nadruk op overgangsrituelen, en beweerde dat dergelijke rituelen die individuele of collectieve overgangen markeren, helpen of vieren, in elke cultuur bestaan en drie fasen bevatten. Om goed begrip te krijgen van de liminale fase, ook in de context van verandering en transformatie binnen organisaties, zet ik het antropologische concept graag uiteen.



veranderen in drie stappen


1. preliminale fase of 'SEPARATIE'

Deze inleidende riten (of scheidingsrituelen) ondersteunen het afscheid van het oude, of letterlijk de afscheiding. Deze fase omvat een metaforische "dood", aangezien de ingewijde wordt gedwongen iets achter te laten door te breken met eerdere praktijken en routines. Denk aan het begin van een ontgroening of een vrijgezellenfeest voor de huwelijksdag.



2. De liminale fase of 'het ondertussen'

Rites of passage (of overgangsriten) hebben twee belangrijke kenmerken. Ten eerste moet de rite een strikt voorgeschreven volgorde volgen, waarbij iedereen weet wat te doen en hoe. Ten tweede moet alles worden gedaan onder het gezag van een ceremoniemeester.


In deze fase (met bijbehorende rituelen) kunnen aanzienlijke veranderingen worden aangebracht in de identiteit van de ingewijde. Deze middelste fase (wanneer de overgang plaatsvindt) betekent een daadwerkelijke overschrijding van de drempel die de grens tussen twee fasen markeert. De term liminaliteit werd geïntroduceerd om deze doorgang te karakteriseren.


3. De postliminale fase of 'incorporatie'

De postliminale riten (of incorporatieriten) vieren het opnieuw opnemen van de ingewijde in de samenleving. De ingewijde heeft nu een nieuwe identiteit.


Deze drie fasen die horen bij transitie en verandering komen voor bij allerlei rituelen wereldwijd. Ze zijn universeel aanwezig: overal geven mensen context en verhaal aan verandering.


rites of passage


Van Gennep onderscheidt vier categorieën in overgangen of rites of passage.


1. Status

De overgang van de ene status naar de andere, dit zijn inwijdingsceremonies waarbij een buitenstaander in de groep wordt gebracht. Bijvoorbeeld huwelijken, promoties, ontgroeningen. Deze categorie omvat alle huwelijks- en inwijdingsceremonies die iemand van de status van een buitenstaander naar een insider brengen.


2. Locatie

De overgang van de ene locatie naar de andere. Verhuizingen naar een andere stad of omgeving, een wereldreis maken.


3. Situatie

De overgang van de ene situatie naar de andere: beginnen aan de universiteit, een nieuwe baan beginnen en afstuderen aan de middelbare school of universiteit.


4. Tijd

Overgangen door verloop van tijd, zoals bijvoorbeeld: nieuwjaarsvieringen, diësvieringen en verjaardagen.



VERANDERING zorgt voor ongemak


De essentie van overgangsrituelen is de liminale tussenfase. Die tussenfase staat voor transformatie en is tegelijkertijd buitengewoon ongemakkelijk. De eerste fase zorgt ervoor dat het oude wordt afgebroken of achtergelaten. Onthechten brengt ons naar de liminale situatie. Er is dan letterlijk geen grond meer onder de voeten. Het oude is niet meer benaderbaar. Bij initiatierituelen worden mensen in de preliminale fase of separatiefase gestript van hun identiteit. Bij rituelen waarbij jongens de overgang van kind naar man doormaken bijvoorbeeld. Ze horen even nergens meer bij. Ze voelen zich naamloos, ruimtelijk en tijdelijk ontwricht - er is geen houvast of sociale structuur. In die zin zijn liminale perioden zowel 'destructief' als 'constructief'. De vormende ervaringen tijdens de liminale fase zullen de 'ingewijde' voorbereiden op het innemen van een nieuwe sociale rol of status, die tijdens de reïntegratie openbaar wordt gemaakt.


Antropoloog Victor Turner, kwam voor het eerst in 1963 in aanraking met het werk van Van Gennep. In 1967 publiceerde hij zijn boek The Forest of Symbols, dat een essay bevatte getiteld Betwixt and Between: The Liminal Period in Rites of Passage. Turner werd zich ervan bewust dat liminaliteit niet alleen diende om het belang van tussenliggende perioden te identificeren, maar ook om de menselijke reacties op liminale ervaringen te begrijpen. Het chaotische, ontwrichtende en onzekere ondertussen biedt namelijk ook nieuwe perspectieven. Hij stelt dat deze fase juist goed gebruikt kan worden om te onderzoeken wat de centrale waarden en drijfveren van een groep zijn - juist omdat de structuur wordt opgeschort. Voor de mensen die samen in een liminale ervaring zitten geeft het echter wel kansen om deze fase goed te benutten. Hij noemt deze gemeenschappelijke ervaring van liminaliteit in een groep communitas.




liminaliteit bij organisaties


Pijn, paniek, angst en ongemak. We willen de liminale fase het liefste overslaan, versnellen en voorbij zijn. Toch kun je niet wezenlijk transformeren, veranderen en klaar zijn voor iets nieuws als je deze fase niet doorleeft. Hoe irritant en moeilijk ook. Verandering vindt plaats in drie stappen (separatie, liminaliteit, reïntegratie of incorporatie) en niet in twee (van oud naar nieuw).


Om deze fase goed door te komen is het van belang om:


  • Echt ruimte te maken voor deze fase in de agenda en tijd te nemen voor belangrijke dialogen.

  • Er zijn twee leiders nodig in deze fase: naast de functionele leider (directeur of lijnmanager) is er een ceremoniële leider nodig. Deze laatste (vaak externe begeleider) kan de 'holding space' bieden aan de groep die door de fase heengaat.

  • Deze fase niet verkorten, maar juist benutten. Het is een leerzame tussentijd, waarin nieuwe (cultuur-)vorming plaatsvindt.

  • Te bedenken en te benoemen dat het een fase is. Een werkelijke kans om diep te transformeren en blijvende verandering te ontwikkelen. Maak er vooral een mooie reis van en geniet ook van het niet-weten en het onzekere. Het 'ondertussen' biedt vooral groei en ontwikkeling.



Bronnen:

Van Gennep, Arnold (1977). The rites of passage. Routledge & Kegan Paul.

Turner, Victor (1969). Betwixt and Between: The Liminal Period in Rites of Passage.The Forest of Symbols, Aspects of Ndembu Ritual. Cornell University Press.

 

Cultuur bestaat altijd tússen mensen. Mensen zijn voortdurend in beweging en veroorzaken zelf verandering. Elke verandering heeft impact. Cultuur is een tijdelijke landingsplaats temidden van veranderingen en systemen. De cultuur geeft handvatten en informatie over de betekenis die mensen en teams gezamenlijk aan zaken en gebeurtenissen geven. Het ontleden en begrijpen van cultuur is nodig om positieve veranderingen in gang te zetten. Inzicht en helderheid als basis voor verandering.


Meer weten over organisatiecultuur, liminaliteit en verandering? Ik help je graag verder.

1,479 views
bottom of page